Als voorzitters van goede-doelenorganisaties
meer blijken te verdienen dan ministers, ontstaat er verontwaardiging. Waarom
zouden wij geld gaan geven aan een goed doel als een groot deel van onze
donaties in de zakken van bestuurders verdwijnt? Inderdaad, wij gaan dus niets
geven aan het Prins
Bernhard Cultuurfonds, het Oranje Fonds, KNGF Geleidehonden en KWF
Kankerbestrijding.
Wat mij betreft, pek en veren voor deze twee dames en twee heren. Maar wat zij
verdienen en (nog gaan verdienen) is vrijwel niets vergeleken met wat Boudewijn
Poelmann inmiddels verdiend heeft aan de Postcodeloterij. Er wordt een bedrag
van 40 miljoen
genoemd. Adriana Esmeijer gaat dat nooit bij elkaar verdienen met haar Prins
Bernhard Cultuurfonds. Dus, als er iemand van pek en veren voorzien dient te
worden, is het wel Poelmann. Wij noemden hem eerder de
Dirk Scheringa van het loterijwezen. Dirk Scheringa leidde arme mensen om de
tuin met zijn verzekeringsproducten; Boudewijn Poelmann dwingt mensen die bang
zijn dat er miljoenen aan hun neus voorbij gaan, de loten van zijn
postcodeloterij te kopen. Boudewijn Poelmann chanteert mensen, want als je niet
meedoet aan zijn loterij kan aan het eind van het jaar bij de trekking blijken
dat je een grote verliezer bent, namelijk als jouw postcode wordt getrokken. Er
is geen enkele loterij in de wereld waar je te weten komt dat je een verliezer
bent als je geen lot bij die loterij
hebt gekocht. Behalve dus bij de postcodeloterij, maar heel veel mensen in
Nederland schijnen dat normaal te vinden. Het is zelfs erger. Via columnist Peter
de Waard kwam ik er namelijk achter dat Poelmann door Eva Jinek gekroond is
tot koning van de filantropie. Graaien, chanteren en gedwongen winkelnering,
het blijkt als weldoenerij uitgelegd te kunnen worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten